Toxoplasmose

 

Toxoplasmose wordt veroorzaakt door de parasiet Toxoplasma gondii. De parasiet komt veel voor. 

Toxoplasmose is vooral bekend omdat het bij zwangere vrouwen kan leiden tot abortus, het overlijden van de baby vlak na de geboorte en blijvende hersen- of oogschade bij kinderen die de infectie wel overleven. 

De parasiet wordt verspreid via de ontlasting van de kat (de eind-gastheer).

De meeste mensen en honden (tussen-gastheer) besmetten zich echter indirect: via besmette grond in de tuin en het eten van onverhitte groenten en rauw vlees / organen. 

Toxoplasmose kan diarree veroorzaken bij de jonge kat

Toxoplasmose komt, net als alle andere infecties met coccidia, vooral voor bij jonge dieren (in dit geval de kat). Ongeveer 60% van de eenjarige katten in Nederland heeft Toxoplasmose gehad.

De meeste katten zijn na een eenmalige besmetting levenslang immuun en worden niet ziek van Toxoplasmose.


Een geïnfecteerde kat verspreidt de parasiet gedurende 2-3 weken. De verspreiding gaat via eitjes (oöcysten) in kattenpoep. Het duurt minimaal 2-3 dagen voordat deze oöcysten infectieus zijn. Alleen kattenpoep van minstens een paar dagen oud, is dus besmettelijk. Deze miljoenen oöcysten kunnen in de jaren daarna nog vele dieren, inclusief de mens, besmetten. De kattenpoep is misschien niet meer te zien, maar de eitjes kunnen overal zitten.

De kat besmet de tuin/boerderij en de daar levende wormen, muizen, vogels en boerderijdieren. Een jonge kat de infectie nog niet gehad heeft, besmet zich voorals door het eten van onverhit vlees (inclusief muizen en vogels). Rechtreekse besmetting via kattenpoep (de tuin) is ook mogelijk maar komt minder vaak voor. 

Muizen met Toxoplasma worden minder angstig en laten zich daardoor makkelijker vangen door katten. 

In zeldzame gevallen kan de parasiet bij de kat andere organen dan de darmen aantasten waarbij benauwdheid, koorts, geelzucht, buikpijn, slechte eetlust en ontstekingen in het oog kunnen optreden. 

 

Toxoplasmose bij de mens

30-60% van de volwassen Nederlanders hebben antistoffen tegen Toxoplasma. Mensen kunnen zich besmetten via:
  • Werken in de tuin (en ondertussen eten / roken)
  • Eten van rauwe groenten
  • Eten van rood vlees
  • Schoonmaken van de kattenbak (als dat niet dagelijks gebeurt)
De meeste van deze mensen zijn niet ziek (geweest).

Sommige mensen worden wel ziek. Ze krijgen vergrote lymfeklieren, koorts en worden futloos. 

In zeldzame gevallen kunnen andere organen worden aangetast zoals: lever, milt, longen, spieren, hersenen.

Ook kunnen mensen die eerder besmet werden, maar hier geen last van hadden, bij een weerstandvermindering (chemotherapie, AIDS) alsnog ziek worden. 

Als een zwangere vrouw voor het eerst in aanraking komt met Toxoplasma, kan ze haar baby besmetten. Dit kan leiden tot een miskraam, het overlijden van de pasgeboren baby of blijvende hersen- en oogschade. De schade wordt pas ontdekt als het kind al wat ouder is.